![]() |
In de dagelijkse praktijk komt u vaak met plaatsjesaggregatieremmers of orale anticoagulantia in aanmerking. Soms krijgt de patiënt meerdere antistollingsmiddelen tegelijk. Kan dat altijd maar zomaar?
Sinds 2008 kwamen de niet vitamine K-antagonisten (NOAC's) op de markt. Eerst werden deze middelen sporadisch voorgeschreven, maar tegenwoordig zie je dat ze steeds meer worden voorgeschreven. In de 'ESC-richtlijn Boezemfibrilleren 2016' geven ze de voorkeur aan NOAC's ten opzichte van vitamine K-antagonisten. In het najaar 2016 is het standpunt van de NHG aangepast en zijn zij ook van mening dat deze middelen net zo effectief zijn als vitamine K-antagonisten. Sinds eind oktober is het ZN-formulier aangepast en kunnen ook huisartsen NOAC's initiëren. Waar moet ik eigenlijk als apotheker bij deze middelen op letten? En kunnen ze worden toegepast bij al mijn patiënten?
In deze cursus komen al deze vragen aan bod. Ook wordt de fysiologie van de antistolling besproken.