Mensen met een persoonlijkheidsstoornis ervaren vaak veel stress waardoor zich sneller somatische klachten ontwikkelen, zoals een verhoogd risico op chronische ziektes, maagdarmaandoeningen, obesitas, artritis, hartproblemen, diabetes, vermoeidheid en chronische pijn. Ook ongezond gedrag, zoals roken, alcoholgebruik, gebruiken van pijn- en slaapmedicatie, komt meer voor en maakt henmeer ontvankelijk voor fysieke klachten. Zo maken Borderline patiënten tot 6 keer meer gebruik van de algemene gezondheidszorg dan mensen zonder borderline kenmerken. Bovendien hebben mensen met een persoonlijkheidsstoornis vaak meer moeite met medicatietrouw, het toepassen van leefregels, adequaat inschatten van zorgbehoefte en het inschakelen van hulp. Daarnaast ontstaan sneller problemen in de directe omgang met hulpverleners die niet zelden leiden tot vertrouwensbreuk, slepende klachtenprocedures en verkeerde of onder-behandeling. Inzicht in persoonlijkheidsstoornissen en de mensen die eraan lijden, is daarom voor alle artsen van groot belang.

Tijdens deze praktische nascholing worden uiteraard de nieuwste inzichten uit de DSM-5 besproken en krijgt u, aan de hand van voorbeelden en door uzelf ingebrachte casuïstiek, antwoord op o.a. de volgende vragen:

• Hoe herkent u persoonlijkheidspathologie en eventuele comorbiditeit?
• Hoe kunt u deze onderscheiden van de mens zelf of de somatische ziekte?
• Hoe beïnvloeden persoonlijkheidsstoornissen de vatbaarheid voor ziekten?
• Hoe beïnvloeden persoonlijkheidsstoornissen de arts-patiëntrelatie?
• Hoe komt u tot een goede werkrelatie?
• Welke factoren beïnvloeden het succes van behandeling en hoe kunt u hieraan bijdragen?
• En, niet in de laatste plaats, hoe zorgt u dat u zelf niet verstrikt raakt in de complexe omgang met deze mensen?