Medici hebben sinds het ontstaan van de geneeskunde altijd een centrale rol gespeeld in de zorg. Dat was, in de overzichtelijke setting van de eigen praktijk, ooit ook een vanzelfsprekende leidende rol. Maar met het complexer worden van de zorg is die leidende rol steeds vaker bij anderen terechtgekomen. De laatste jaren groeit onder medici in hoog tempo het inzicht, dat zij zich die leidende rol opnieuw moeten toe-eigenen. De zorg is sterk in beweging en de uitdagingen zijn groot. De inbreng van de medicus is daarbij cruciaal. Die inbreng is nodig op meerdere niveaus: op de werkvloer, in het midden- of topmanagement van instellingen en binnen het zorgstelsel als geheel.
Op al die niveaus is leiderschap vereist. Bijvoorbeeld bij de pleitbezorging op landelijk niveau voor de gevolgen van bepaalde maatregelen voor patiënten. Bij bestuurlijk leiderschap in bijvoorbeeld een ziekenhuis of een medische staf. In het middenmanagement betreft dit het medisch management van vakgroepen, maatschappen en afdelingen. En in de klinische praktijk gaat het om klinisch leiderschap. In tegenstelling tot het medisch leiderschap op de twee andere niveaus is klinisch leiderschap een zaak van elke medicus. Het betreft hier de dagelijkse leiding over het zorgproces. Dat is een kerntaak van de medicus. In de complexe werkelijkheid in de zorg van dit moment vereist dat meer dan ooit specifieke kennis en vaardigheden. Deze cursus ondersteunt u bij de ontwikkeling van uw eigen klinisch leiderschap.
Leerdoel