![]() |
Binnen VNN krijgen we regelmatig te maken met cliënten, die suïcidale gedachten hebben, suïcidaal gedrag vertonen of daadwerkelijk een (geslaagde)suïcidepoging ondernemen. Dit heeft te maken met veel factoren maar het is bekend dat er bij gebruik van middelen en/of verslaving hogere kansen zijn op een suïciderisico.
Suïcidaliteit is een diagnose overstijgend fenomeen. Of je nu wel of niet een verslaving hebt, het komt bij veel mensen voor. Vaak alleen maar in de vorm van gedachtes, maar we zien ook mensen met een vergevorderd plan. Hoe kunnen wij binnen VNN omgaan met dit gedrag en deze problematiek? In de Multidisciplinaire richtlijn Diagnostiek en Behandeling van suïcidaal gedrag (MDR) zijn de nieuwste inzichten over de aanpak van suïcide vastgelegd. Een van de belangrijkste thema’s van de richtlijn is om suïcide bespreekbaar te maken. Deze lesdag biedt de hulpverlener ondersteuning en begeleiding om de aanbevelingen uit de MDR toe te passen in het dagelijkse contact met cliënten en er zo zorg voor te dragen dat het een onderdeel is van de totale behandeling.
De richtlijn stelt verder dat samenwerking met naasten en nabestaanden een integraal onderdeel moet zijn van de hulpverlening. Suïcidaal gedrag speelt zich niet alleen af tussen de cliënt en professionals, maar ook tussen de cliënt en zijn directe leefomgeving. Bij elke fase van het onderzoek en de behandeling is het goed om naasten te betrekken. En opvang en/of zorg voor nabestaanden is noodzakelijk.
Deze basistraining heeft als doel het aanbieden van handvatten en nieuwe perspectieven aan hulpverleners voor het omgaan met cliënten met suïcidaal gedrag, volgens de Multidisciplinaire richtlijn voor Diagnostiek en Behandeling van suïcidaal gedrag. Na het volgen van de training heeft u:
kunt u: