In deze interactieve bijeenkomst worden deelnemers geconfronteerd met een crisis die de apothekers in Midden-Nederland kan overkomen en wordt gerefereerd aan de crisiscommunicatie n.a.v. het schietincident in Utrecht op 18 maart jl. Na een algemene inleiding betreffende crisiscommunicatie zal de opbouw van de crisiscommunicatie worden besproken (lokaal, regionaal en landelijk) en zal geoefend worden met tal van dilemma’s waarmee de apothekers geconfronteerd zullen worden. Deze uitdagingen zijn slechts door adequate samenwerking te slechten. De AVMN is, samen met de landelijke apothekersvereniging KNMP bezig deze te beschrijven in een crisisplan AROP (Apotheken Rampen Opvangplan). Trainer zal handvatten aanreiken voor verder invulling van dit plan. In eerste instantie bedoeld voor de crisisteams van AVMN, SAGO, regio Arnhem en de KNMP. In een later stadium zullen de besturen van de regionale apothekersverenigingen getraind worden.

Een plenaire interactieve scholing met als trainer een externe deskundige van V&R. Dit is een organisatie met kennis en praktijkervaring op het gebied van veiligheid, crisisbeheersing, crisismanagement en crisiscommunicatie. Zij ondersteunen zorginstellingen, veiligheidsregio’s, gemeenten en NUTS bedrijven in hun voorbereiding op calamiteiten en/of crisissituaties. Doel is om apothekers voor te bereiden op een crisis- of rampsituatie en hen te trainen op het gebied van crisiscommunicatie.

Na het volgen van deze nascholing:

• zijn de deelnemers zich bewust van de kwetsbaarheid van de apotheekorganisatie bij een crisis/ramp en van het nut van een AROP (Apotheken Rampen Opvang Plan).
• hebben de deelnemers inzage in het belang van een regionaal crisisteam en het belang van landelijke ondersteuning.
• hebben de deelnemers inzicht in de noodzaak van netwerkdenken/samenwerking in en buiten de zorgketen (GGD,GHOR, politie, gemeenten).
• hebben de deelnemers praktische handvatten voor hoe te handelen bij een crisis.
• hebben de deelnemers kennis over de regionale structuur van de crisisorganisatie en de communicatielijnen die in de regio lopen.
• weten de deelnemers waar in crisissituaties de taken en verantwoordelijkheden liggen (lokaal, regionaal en landelijk).