De behandeling van parkinsonpatiënten is complex. Om u meer inzicht te geven in de ziekte start de neuroloog met een introductie in de ziekte van Parkinson (PD). Deze introductie is toegespitst op de klinische verschijnselen en medicamenteuze behandeling.

Veel patiënten krijgen te maken met een diversiteit aan medicatie en formuleringen, die allemaal hun eigen plaats in de behandeling hebben. Daarnaast kan de medicatie die voor andere aandoeningen wordt gegeven van invloed zijn, omdat deze medicijnen, al dan niet indirect, interacties kunnen geven met de Parkinson-gerelateerde medicijnen. De veelheid aan medicijnen en inname momenten die patiënten met de ziekte van Parkinson moeten gebruiken, maakt dat het dikwijls ingewikkeld is voor een patiënt om zich aan een afgesproken schema te houden. Ondersteuning bij deze medicatie-inname kan bijdragen aan het voorkomen van onnodige complicaties, ziekenhuisopnames en daarmee ook van extra kosten.

Onderwerpen die aan bod komen:

• De vier belangrijkste motorische symptomen van de Ziekte van Parkinson herkennen en beschrijven.
• De belangrijkste niet-motorische symptomen van de Ziekte van Parkinson beschrijven.
• De impact van de Ziekte van Parkinson op de gezondheid en kwaliteit van leven benoemen.
• Beoordelen of de juiste medicatie in de juiste doseringen op de juiste tijdstippen is voorgeschreven voor de patiënt met de ziekte van Parkinson met zowel motorische- als niet-motorische symptomen.
• Bepalen of en wanneer een patiënt generieke substitutie kan verdragen.
• Patiënten met de ziekte van Parkinson herkennen die in aanmerking komen voor een medicatiebeoordeling.
• aandachtspunten tijdens het uitvoeren van de farmaceutische anamnese bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
• De stappen van een medicatiebeoordeling omschrijven met specifiek focus op motorische en niet-motorische klachten.
• Met ziekte van Parkinson interacterende co-medicatie herkennen.
• Mogelijke alternatieven voor potentieel problematisch medicatie aandragen.
• Inschatten hoe therapieontrouw werkt. Persoonlijke opvattingen over ziekte zijn hierbij belangrijk. Het geven van informatie alleen werkt niet. Een “one size fits all” benadering zal in weinig succes resulteren. Daarnaast heeft de apotheker een aantal handvatten en hulpmiddelen die hij kan gebruiken om het gesprek over therapietrouw aan te knopen met de patiënt.
• In staat zijn problemen rondom de inname van levodopa samen met de patiënt te inventariseren.
• Gebruik van het medicatie effect registratie formulier (Verenso).

Doelstellingen

• De vier belangrijkste motorische symptomen van de Ziekte van Parkinson herkennen en beschrijven.
• De belangrijkste niet-motorische symptomen van de Ziekte van Parkinson beschrijven.
• De impact van de Ziekte van Parkinson op de gezondheid en kwaliteit van leven benoemen.
• Beoordelen of de juiste medicatie in de juiste doseringen op de juiste tijdstippen is voorgeschreven voor de patiënt met de ziekte van Parkinson met zowel motorische- als niet-motorische symptomen.
• Patiënten met de ziekte van Parkinson herkennen die in aanmerking komen voor een medicatiebeoordeling.
• aandachtspunten tijdens het uitvoeren van de farmaceutische anamnese bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
• De stappen van een medicatiebeoordeling omschrijven met specifiek focus op motorische en niet-motorische klachten.
• Met ziekte van Parkinson interacterende co-medicatie herkennen.
• Mogelijke alternatieven voor potentieel problematisch medicatie aandragen.
• In staat zijn problemen rondom de inname van levodopa samen met de patiënt te inventariseren.

Er wordt cursisten gevraagd een casus voor te bereiden aan de hand van aangeleverde model presentatie volgens de structuur van de STRIP-methode.