Deze cursus is onderdeel van een pakket voor apotheekhoudende huisartsen.
Hartfalen is een complex ziektebeeld dat gekenmerkt wordt door een tekortschieten van de pompfunctie van ons hart. Hierbij spelen altijd twee elementen een rol.
Ten eerste is er de verminderde functie van het hart zelf. Bij sommige patiënten is dit aan afgenomen pompfunctie van het hart (ook wel systolisch hartfalen genoemd, of hartfalen met een gereduceerde ejectiefractie, Engels: Heart Failure with reduced Ejection Fraction, HFrEF), terwijl bij anderen de pompfunctie behouden is, maar er vaak verstijving is van het hart, met een afgenomen vulling en dientengevolge een tekortschietende circulatie (ook wel diastolisch hartfalen genoemd, of hartfalen met een behouden ejectiefractie, Engels: Heart Failure with preserved Ejection Fraction, HFpEF).
Daarnaast kan het lichaam daarop reageren door een aantal (neurohumorale) werkingsmechanismen in gang te zetten. Een daarvan is de activering van het renine-angiotensinesysteem (RAS), een ander is activatie van het sympathisch zenuwstelsel, en er zijn nog vele andere systemen die een invloed hebben. Door het samenspel van deze elementen kan hartfalen zich in diverse gedaanten presenteren.
Bij sommige patiënten die zich presenteren met hartfalen met afgenomen ejectiefractie kan de pompfunctie zich herstellen. Vaak gaat het dan om patiënten met een acute myocarditis of patiënten bij wie de oorzaak van het hartfalen door middel van een coronaire interventie of hartklepoperatie kan worden verholpen. Ook bij patiënten met zogenaamd hypertensive heart disease kan na goede correctie van de bloeddruk (partieel) herstel optreden van de pompfunctie van het hart. Het is dan ook altijd van groot belang om de oorzaak van het hartfalen te achterhalen, om een eventuele gerichte behandeling te kunnen instellen. Hartfalen 'an sich' is dus geen diagnose, maar een beschrijving van een syndroom, en er dient altijd gezocht te worden naar de onderliggende oorzaak.
Na afloop van deze cursus: