Hartfalen is een complex ziektebeeld dat gekenmerkt wordt door een tekortschieten van de pompfunctie van ons hart. Hierbij spelen altijd twee elementen een rol.
Ten eerste is er de verminderde functie van het hart zelf. Bij sommige patiënten is dit aan afgenomen pompfunctie van het hart (ook wel systolisch hartfalen genoemd), terwijl bij anderen de pompfunctie behouden is, maar er vaak verstijving is van het hart, met een afgenomen vulling en dientengevolge een tekortschietende circulatie (ook wel diastolisch hartfalen genoemd).
Het lichaam daarop reageren door een aantal (neurohumorale) compensatiemechanismen in gang te zetten om de circulatie op pijn te houden. Deze worden geactiveerd omdat het lichaam de ondervulling van het arteriële vaatbed registreert (o.a. in de carotis).
Bij sommige patiënten die zich presenteren met hartfalen met afgenomen ejectiefractie kan de pompfunctie zich herstellen. Ook bij patiënten met zogenoemd hypertensive heart disease kan na goede correctie van de bloeddruk (gedeeltelijk) herstel optreden van de pompfunctie van het hart. Het is dan ook altijd van groot belang om de oorzaak van het hartfalen te achterhalen, om een eventuele gerichte behandeling te kunnen instellen. Hartfalen op zich is dus geen diagnose, maar een cluster van symptomen, oftewel een syndroom. Daarom dient er altijd te worden gezocht naar de onderliggende oorzaak.
Medicamenteuze behandeling geeft bij veel patiënten een belangrijke verbetering van klachten en prognose. Desondanks is de prognose van hartfalen nog altijd slecht. Gezien de ernst van de ziekte wordt er veel onderzoek gedaan naar nieuwere en betere medicamenteuze behandelingsmogelijkheden. In deze cursus zal de medicamenteuze behandeling van patiënten met chronisch hartfalen anno 2018 worden behandeld.
Na afloop van deze cursus: