De ziekte van Parkinson is na de ziekte van Alzheimer de meest voorkomende neurodegeneratieve aandoening. Het risico op de ziekte van Parkinson neemt toe. De aandoening ontwikkelt zich vooral op oudere leeftijd (ongeveer 80% van de patiënten met de ziekte van Parkinson is ouder dan 65 jaar) en de prevalentie zal door de vergrijzing flink gaan toenemen.
De ziekte van Parkinson is een complexe en voor veel patiënten een invaliderende aandoening. Het beloop is langzaam progressief, wat betekent dat al bestaande symptomen geleidelijk in ernst toenemen en dat zich in de loop van de tijd nieuwe ziektemanifestaties kunnen voordoen.
De belangrijkste kenmerken van de ziekte van Parkinson zijn:
Veel patiënten lijden daarnaast aan cognitieve stoornissen, spraakstoornissen, autonome disfuncties en neuropsychiatrische stoornissen (vooral depressie en psychose). Tot op heden is er geen neuroprotectieve therapie beschikbaar. Wel is het mogelijk om de symptomen te bestrijden, zowel met farmacotherapie als met andere vormen van behandeling (fysiotherapie, ergotherapie, logopedie). De medicamenteuze behandeling kent de nodige beperkingen, omdat er vaak sprake is van uitgebreide comorbiditeit.
Omdat de medicamenteuze behandeling kan worden beïnvloed door het gebruik van geneesmiddelen met een andere indicatie, is voor de apotheek een belangrijke taak weggelegd om door signalering van interacties en contra-indicaties de farmacotherapie in overleg met de behandelend arts te optimaliseren.
In deze cursus wordt uw kennis van de epidemiologie, de pathofysiologie, diagnostiek en de behandeling van de ziekte van Parkinson opgefrist en aangevuld met de nieuwste informatie. Uitgangspunt daarbij is de Multidisciplinaire richtlijn Parkinson uit 2010.
Na afloop van deze cursus: