Het aantal mensen met overgewicht en obesitas groeit; naar verwachting zal in 2040 62% van de Nederlanders overgewicht hebben. Niet alleen in Nederland speelt dit probleem, maar in de hele westerse wereld is een toename te zien van (ernstig) overgewicht. Nederland steekt nog relatief gunstig af ten opzichte van de andere landen in de Europese Unie (EU). Heeft in Nederland momenteel ongeveer de helft van de bevolking overgewicht, in de meeste EU-landen komt overgewicht nog vaker voor. Alleen in Italië, Frankrijk, Denemarken, Luxemburg, Cyprus en Oostenrijk is de prevalentie van overgewicht lager dan in Nederland. Malta, Kroatië en Griekenland spannen de kroon; binnen de EU komt in die landen overgewicht het vaakst voor. Een pluspuntje voor Nederland: mannen uit ons land hebben het laagste percentage overgewicht van de hele EU. Nederlandse vrouwen vallen in de middenmoot.
Ook voor ernstig overgewicht geldt dat dit in Nederland minder vaak voorkomt dan in de meeste andere EU-landen. Malta, Letland en Hongarije, het Verenigd Koninkrijk en Estland gaan aan kop als het gaat om ernstig overgewicht: één op de vijf mensen in deze landen heeft obesitas, in Malta is dat zelfs één op de vier.
Patiënten met overgewicht en obesitas hebben vaak te kampen met aandoeningen zoals diabetes type 2 en hypertensie. Ook kunnen ze last hebben van gewrichtsklachten en depressies. Het gaat om een populatie die meer dan gemiddeld medicatie gebruikt en dus een belangrijke patiëntengroep is binnen de apotheek.
Daarnaast komt het steeds vaker voor dat patiënten met ernstige obesitas een bariatrische operatie ondergaan om hun voedselinname en/of -absorptie te beperken in de hoop zo gewicht te verliezen. Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 12.000 bariatrische operaties uitgevoerd. De zogeheten roux-‘en-Y’-'gastric bypass’ wordt het vaakst uitgevoerd, gevolgd door de ‘gastric sleeve’-resectie. De maagband wordt bijna niet meer toegepast.
Patiënten bij wie het gewicht sterk afwijkt van het gemiddelde of die een bariatrische operatie hebben ondergaan, kunnen met sterk veranderde fysiologische omstandigheden te maken krijgen. De absorptie of de maagledigingssnelheid kan bijvoorbeeld variëren. Daardoor kan de farmacokinetiek van geneesmiddelen flink gewijzigd zijn ten opzichte van de farmacokinetiek bij personen met een normaal gewicht. Dat kan zijn weerslag hebben op de veiligheid en effectiviteit van geneesmiddelen.
Apothekers staan voor de uitdaging om ook deze patiënten te voorzien van een goed onderbouwd medicatieadvies op maat. Steeds vaker lopen ze tegen vragen aan als: hoe doseer je azitromycine bij een patiënt van 250 kg? Kun je morfine als gereguleerd afgiftepreparaat geven aan een patiënt die een 'gastric sleeve'-operatie heeft ondergaan?
In deze nascholing krijgen apothekers kennis over medicatiegebruik aangereikt bij patiënten met een overmaat aan lichaamsgewicht of bij patiënten die een bariatrische operatie hebben ondergaan. Er wordt bijvoorbeeld ingegaan op de gewijzigde farmacokinetische omstandigheden bij deze patiënten. Ook wordt ingezoomd op onderzoek dat plaatsvindt op het gebied van farmacokinetiek en op een project waarin de KNMP medicatiebewakingsadviezen ontwikkelt voor de hiervoor genoemde patiëntengroepen. Daarnaast is er aandacht voor de praktijk: waar liggen mogelijkheden voor apothekers om de zorg voor deze specifieke patiëntenpopulatie te verbeteren? Welke uitdagingen zijn er nog?
Na afloop van dit nascholingsprogramma: